Welkom op onze site > Reisverhalen > Benin

Benin

Begin december - half december 2008 

De grensovergang verloopt veel prettiger dan de vorige. Alle kantoortjes zijn makkelijk herkenbaar en de beambten zijn vriendelijk en behulpzaam.

Bij de strandplaats Grand Popo vinden we een heel mooi resort genaamd “Awale Plage”, waar we kunnen kamperen. Marcel en Fleur gaan samen Pipeloi op de campsite zetten en Tom speelt gezellig met een meisje in het restaurant.

 

Plotseling hoor ik hem echt hard huilen en ren naar hem toe. Hij staat bij de koelkast en ik denk dat zijn vinger tussen de deur zit. Ik pak hem beet en sta gelijk ook onder stroom. In een reflex trek ik Tom los van de koelkastdeur. We zijn ontzettend geschrokken en Tom staat naar adem te happen. Ik zie dat zijn vinger verbrand is. Het personeel is ook ontdaan maar ook boos omdat de koelkast wel vaker onder stroom schijnt te staan en er niets aan gedaan wordt.

 

Tom lijkt OK maar we gaan voor de zekerheid toch naar het ziekenhuis. We worden gebracht door de eigenaresse. Bij het ziekenhuis wordt de fors gebouwde dokter die als een Cleopatra op een bank ligt te eten, geroepen. In ons beste Frans leggen we haar uit wat er gebeurd is. Ze denkt dat het wel goed gaat met hem, en die vinger komt ook wel weer in orde. Ze wil hem wel een injectie geven voor de circulatie maar dat vinden we toch iets te heftig, dus besluiten maar niets te doen.

 

Het regent en onweert. Van de bewaker krijgen we bij terugkomst een parasol en rennen naar de camper. Om alvast in de sfeer te komen kijken de kinderen naar het Sinterklaasjournaal die we op usb-stick hebben meegekregen van Nina. ‘S-avonds eten we in het restaurant en als we terugkomen is de Afrika-Piet langs geweest. Fleur en Tom zijn helemaal door het dolle heen. Pepernoten in bakjes op de grond en in de cabine ligt een kussensloop en een brief. Het is ook echt Hollands weer, de regen blijft met bakken uit de hemel komen. We pakken uit op het grote bed. Heel knus, geen grote cadeaus dit keer maar een paar kleine waar ze superblij mee zijn. Dat is aandoenlijk om te zien. Fleur vraagt nog wel of ik het heb neergezet en hoe de Piet dan door het dakluikje kon komen met al die regen. 

 

            

 

We nemen in de nacht Tom tussen ons in, om hem extra in de gaten te houden.  Maar het gaat gelukkig prima met hem.

 

De volgende ochtend is de regen opgehouden en gaan we eerst zwemmen voor we opweg gaan naar de plaats Abomey. Na de afslag bij Cotonou is het chaotisch druk op de weg. Volgeladen auto’s en vrachtwagens. Het lijkt wel een wedstrijd hoeveel kun je meenemen. Benzine wordt in mooie bolle glazen flessen (soort groot model apothekerflessen) langs de weg verkocht en de mensen zijn kleurrijk gekleed. Na zes uur en 80 km te hebben afgelegd, vanwege alle opstoppingen, komen we aan in Abomey. Een klein lieflijk stadje met lemen huizen, kleine winkeltjes en zandwegen. Het doet heel relaxed aan. We vinden “Chez Monique”, en zetten de auto op een binnenplaats vol houten kunstwerken.

De volgende morgen school voor Fleur en in de middag gaan we naar het museum. We nemen een brommertaxi, een leuke rit allebei achter op de brommer en Fleur en Tom ieder bij ons, tussenin met de chauffeur. Heerlijk de wind door onze haren.

Het museum bestaat uit één van de paleizen die gebouwd zijn door de koningen van Dahomey en staan op de lijst van het VN werelderfgoed. De paleizen zijn ook van leem en zijn, in vergelijking met de paleizen zoals we die in Europa en Azië kennen, zeer eenvoudig.

 

    

 

Het is een rustige plek bij Chez Monique en besluiten nog een dagje te blijven.

We doen inkopen op de kleurrijke markt, kopen groenten en een paar mooie lappen stof. Er is ook een fetisj gedeelte met poppetjes, krokodillen-, luipaard-, en slangenhuiden, exotische dierenschedels en andere relikwieën. We kopen voor de kinderen twee poppetjes, kunnen ze later spijkertjes in slaan. Benin is het land van de Voodoo-cultuur. Het is sinds een aantal jaren zelfs een van de officiële religies van het land.

Het enige dat wij ervan weten zijn de bloedende kippenkoppen, geheimzinnige trance sessies en kwaadaardige vloeken die worden uitgesproken. Maar dat schijnt te komen door de Hollywoodfilms. Voodoo is hier een onderdeel van het dagelijkse leven zoals het christendom dat in het verleden in Europa was. Hiervandaan hebben de mensen, die als slaaf naar de America´s zijn gedeporteerd, deze religie meegenomen. Een ander land dat bekend staat om deze cultuur is het Caribische eiland Haïti.

  

In de middag horen we muziek op straat, we gaan een kijkje nemen. Het blijkt een fetisj- of voodoo-optocht te zijn en de stoet komt het terrein bij Chez Monique op. We mogen van Monique en haar man erbij komen zitten, de sessie wordt voor hen opgevoerd. Een weelderig en kleurig gekleden groep mensen met stokken en bellen in de hand. Het is een indrukwekkend gebeuren met eentonige muziek, met dansen kronkelend op de grond en heel hard op de borst slaan om in trance te komen. Daarbij wordt er hoog gezongen en de tekst wordt steeds sneller gereciteerd.

Er worden flessen drank geschonken en geld heen en weer geschoven, waarbij een van de optochtleden als caissière fungeert. Ook wordt er een soort vruchtbaarheidsritueel opgevoerd. Een meisje van pak en beet 14 jaar gaat, gehuld in heel bijzondere kleding met veel rokken over elkaar heen en compleet met een zonnehoed, op de grond liggen. Dan verschijnt er ineens uit het niets een houten fallus van niet lullige afmetingen. Bijna net zo groot en dik als haar onderbeen. Ook toeschouwers raken in trance en dansen mee. Een bijzondere ervaring.

 

              

 

De volgende dag naar Parakou, de weg is goed en de omgeving heel groen  afgewisseld met rotsformaties. Fleur en Tom kijken Pipi op de dvd en hebben daarna les op het bed achterin Pipeloi. In Parakou worden we doorverwezen naar een klooster 10 kilometer buiten de stad. Een prima plek met vriendelijke zusters.

In de nacht koelt het hier af, zodat we sinds lange tijd weer heerlijk en zonder ventilatoren aan kunnen slapen.

We worden om zes uur gewekt door het gezang van de zusters, hierdoor kunnen we op tijd richting de grens naar Nigeria.

De piste naar het grensdorpje Nikki is prima te doen. We komen door kleine dorpjes met lemen hutjes en strooien daken en zwaaiende mensen. Bij het grensdorp de laatste boodschappen innemen en tanken. We hebben gehoord dat diesel in Nigeria slecht is te verkrijgen ondanks dat de olie daar de grond uitspuit. We vullen daarom ook twee jerrycans, de reservetank zit al vol.

 

Het is even zoeken voor het afstempelen van de paspoorten en het carnet maar daarna rijden we Benin uit.

 

  

 

We zijn maar kort in Benin geweest. Vonden de sfeer relaxed, vriendelijke mensen in mooie kleurrijke kleding en een fraaie natuur.