Welkom op onze site > Reisverhalen > Jordanie

Jordanie

 

Begin september – half september 2009 

 

Eerst de visa kopen en de bekende stempels in de paspoorten. De douanier wil eerst een WA-verzekering voor de auto zien voordat hij actie gaat ondernemen. Op het terrein zit een verzekeraar en een geldwisselaar, goed geregeld. Ik wissel nog niet alle overgebleven rialen omdat ik de koers niet weet. Als in Acaba met een veel lagere koers wordt gerekend kan ik altijd even terugrijden. De stad ligt ten slotte maar 20 kilometer hiervandaan.

 

Ik wil dat de douaneman het carnet gebruikt want ik heb een paar bladzijden van het carnet eigenhandig verlengd met een jaar. Dat klopt natuurlijk niet maar je moet wat en omdat ik wel wil dat deze bladzijden eruit zijn voordat ik het boekwerkje terugstuur naar de automobielclub, laat ik het invullen hoewel ik ook een Jordaanse verklaring ontvang.

 

Tegen het einde van de middag rijden we Acaba in. Er is veel veranderd in de negen jaar dat wij hier voor het laatst met de vorige camper geweest zijn.

We zien nu veel grote resorts en dure hotels langs de kust en er zijn veel wegen bijgekomen. De stad zelf heeft ook een flinke facelift ondergaan, waarschijnlijk ook om de toeristische concurrentie met het nabij gelegen Eilat in Israel aan te gaan en als vakantiebestemming voor de Arabieren uit de omgeving. In Jordanië doen ze immers niet zo ingewikkeld met alcohol. Behalve nu dan tijdens de Ramadan.

 

   

 

We parkeren de camper op het laatste stukje publieke strand dat nog over is en gaan uit eten bij een hoger gelegen restaurant. Heerlijk, we hebben vakantie.

De volgende morgen gaan we even verderop snorkelen. Fleur krijgt direct de smaak te pakken, alsof ze nooit iets anders gedaan heeft. Tom vindt het nog een beetje spannend.

 

We krijgen soms bezoek van landgenoten op vakantie. Froukje en haar zoon Pieter. Van Froukje, huisarts, horen we dat het medicijn dat wij op de boot hebben gekregen een sterk antibioticum is en dat het geen nut heeft dit preventief in te nemen. Sterker nog: het is juist niet goed. Het is weer gezellig kletsen, ook over Afrika. Froukje heeft als tropenarts gewerkt en gewoond in Kameroen en Zimbabwe.

Leo en Janet, beiden met de motorfiets vanuit Nederland. Een hele prestatie een rondje Midden-Oosten in vijf weken, maar het zijn dan ook ervaren reizigers.

 

Na drie dagen strand zoeken we het letterlijk en figuurlijk iets hogerop en gaan op de heuvel bij een hotel staan, zodat we ook lekker gebruik kunnen maken van het zwembad.

 

In Acaba gaan we boodschappen doen. De prijzen van levensmiddelen zijn heel aangenaam. Bij McDonalds bestellen we wat snelvoedsel maar mogen het ter plekke niet opeten en ook niet voor de deur. Dit vanwege de Ramadan. Eet je het in een straat verderop dan maakt het voor hen niet uit. Om de openbare orde in deze periode niet te verstoren eten we sowieso in de camper.

 

We vermaken ons prima met snorkelen. Je kunt hier zonder te scuba-duiken al genieten van het koraal en allerlei prachtige vissen.

 

   

 

In Wadi Rum zien we ook weer behoorlijke veranderingen. Er is nu een toegangspoort met souvenirwinkeltjes en mannen die je in een oude landcruiser door de woestijn willen rijden. Dat laatste hebben wij al een keer gedaan en kiezen voor een afslag net voor de poort zodat we zelf de woestijn in kunnen.

De omgeving blijft heel bijzonder. Dit deel van de woestijn is beroemd vanwege de prachtige vergezichten en de kleurschakeringen.

 

Omdat we willen zwemmen rijden we naar de enige campsite. Helaas het zwembad wordt op dit moment gerepareerd, maar blijven niettemin want het restaurant ziet er ook goed uit. Na een rustige nacht midden in de woestijn rijden we nog een rondje door het zand en gaan verder naar Petra.

 

    

 

We kamperen op de parkeerplaats en verkennen de buurt een beetje. De stad (nu een ruïne) is via een kloof in de heuvels bereikbaar en is gedeeltelijk uit de rotsen uitgehakt.

Petra was voor de verschillende handelsroutes een knooppunt. De belastingopbrengsten van de handelaars maakten de heersers van Petra schatrijk en dat is te zien aan de restanten van heel veel bouwwerken en uitgravingen.

Als gevolg van verschuivingen van de tektonische platen zijn er diverse breuken in het zandsteen ontstaan. Langs sommige van deze breuken zijn kloven ontstaan zoals de beroemde en veel gefotografeerde kloof van de hoofdingang die eindigt bij de schatkamer. Deze doorgang en de schatkamer zijn ook beroemd geworden in een van de films van Indiana Jones. Fleur en Tom rijden op een klein paardje naar de ingang en wij al lopend. Het blijft een bijzondere plaats. In het donker loopt Marga nog een keer mee door met kaarslicht verlichte kloof.

   

Richting de Dode Zee. De weg die wij nemen (Kings Highway) rijdt niet zo prettig aan, we hadden beter de Dode Zee route kunnen nemen. Vlakbij de Dode Zee dalen we snel af naar ruim 400 meter onder zeespiegel en dat is te merken aan de temperatuur. Ineens wordt het bloedheet. De weg langs de zee is prachtig, aan de overkant ligt Israel. De term zee is verwarrend, want volgens de gangbare definitie is het geen zee maar een meer, maar dan wel het laagst gelegen meer ter wereld.

In het noorden vinden we bij een ressort een plek om te overnachten. Ook hier is alles weer volgebouwd met kuuroorden en dure hotels. Vanaf het dak van de camper kijken we naar de ondergaande zon en die heeft iets sprookjesachtig.

 

De entree is in verhouding nogal geprijsd maar bij het publieke gedeelte is het ok. Daar gaan we het water in. Het zout doet zeer aan de wondjes en als je het water in de ogen krijgt kun je gelijk onder de douche om het uit te spoelen. Tom en Fleur, maar ook wij, vinden het prachtig zonder enige inspanning op het water te drijven. We smeren ons in met de heilzame modder.

 

   

 

Aan het einde van de morgen vertrekken naar de grens met Syrië. In de hoofdstad Amman slaan we nog even groot voedsel in en komen om drie uur aan bij de grens. Ik wissel eerst alle dinars om in Syrische ponden. Terwijl ik terugloop bedenk ik dat ik genept ben en ga terug. Normaal tel ik altijd het geld netjes uit maar nu gaf ik het stapeltje omdat het de laatste tijd goed ging. Het wordt ja tegen nee dus delf ik het onderspit. Weer een ervaring erbij. Bij de douane krijg ik te horen dat ik voor de auto en mijzelf een uitreispostzegel moet kopen. Sommige landen bedienen zich van de onlogische vertrekbelasting, ook Jordanië.

 

Postzegels kopen kan alleen in dinars dus weer terugwisselen, nu wel bij een ander. Na stempeltjes in de rij met paspoorten bij de politie. Daar blijk ik ook voor Marga een postzegel te moeten kopen. Wisselen en terug. Bij het stempelen zegt de politieagent ineens dat ik ook voor beide kinderen een postzegel moet kopen. Ik word nu behoorlijk geïrriteerd door die slecht georganiseerde inhaligheid en ga stiekem in een andere rij staan en het paspoort wordt uitgestempeld. Een paar kilometer verderop treffen we nog een controlepost. Daar komen ze tot de ontdekking dat wij geen postzegels voor de kinderen hebben, dus komen we het land niet uit.

Terugrijden, weer wisselen, weer postzegels kopen en weer uitstempelen. Ondertussen word ik wel argwanend door de heren gevolgd maar uiteindelijk kunnen we het land uit.