Welkom op onze site > Reisverhalen > Ethiopie

Ethiopie

Begin augustus – half augustus 2009

Aan de kant van Ethiopië verlopen de procedures wederom eenvoudig, alleen kost het wat meer tijd bij de douane. We ontmoeten de bemanning van een Spaanse ploeg dat een documentaire in het land aan het maken is. Grappig, 12 jaar geleden kwamen wij ook een dergelijke crew tegen uit Spanje maar dan in New Delhi. Ze kennen hen toevallig ook. Na ruim een half jaar rijden we weer aan de rechterkant van de weg. Het papiertje met de tekst:´Links Rijden!`op het dashboard kan er eindelijk vanaf.

 

In het grensplaatsje dat ook Moyale heet overnachten we voor een hotel. De mensen zijn vriendelijk en we gaan maar gelijk aan het nationale voedsel. Injera en Wat. Een soort zure pannenkoek met een prutje van gestoofd lamsvlees. Ahum.

 

Ethiopië gaat er prat op dat zij op een aantal punten verschilt van de rest van Afrika. Zo houden zij de mythe in stand dat Koningin Sheba tijdens haar bezoek aan Koning Salomon in Jeruzalem een liefdesrelatie heeft gehad. Bij terugkomst werd hun zoon Menelik geboren. Haile Selassie was de laatste keizer in deze opvolgingslijn. Veel Ethiopiërs zeggen dat hun oorsprong in Judea (Israel) ligt. Uit een onderzoek is gebleken dat het waarschijnlijker is dat de oorsprong ergens in het huidige Jemen moet worden gezocht. 

 

De taal en alfabet zijn uniek maar ook de kalender. We leven nu in het jaar 2002 volgens de oud Koptische kalender. De tijdsaanduiding is zelfs nog merkwaardiger. Om 06.00 uur in de morgen is hier al 12.00 uur, 60 minuten later onze tijd is het 1.00 uur, zodat het om 18.00 uur onze tijd: 12.00 uur is. Even wennen dus.

 

De weg is naar Afrikaanse standaard goed en zo komen we redelijk vlot in twee dagen aan bij de plaats Awasa. We vinden een plek bij een vervallen hotel, Wabe Shebele 2. In de bomen zien we de opvallende Colobus apen. Deze apen zijn flink behaard en vallen op door hun lange witte pluimstaart en hun zwart-witte kleuren. De Vervet-aapjes springen op en rond de camper. Het eten is ons hier aangeraden maar de maaltijd is te triest voor woorden. Het enige mooie aan de stek is het uitzicht op het meer. Het is gaan regenen, we zitten nu midden in het regenseizoen.

 

   

 

Bij het Lagano meer vinden we de volgende plek. Alles is uitgestorven. De Amerikaanse eigenaar is vriendelijk maar heeft er kennelijk niet veel zin in iets van de camping te maken. Het is rommelig en het sanitair is vreselijk smerig. We hadden gehoopt hier wat langer te kunnen staan om na alle rijdagen even bij te kunnen komen. Een Hornbill vogel pikt het rubber van een van de ruitenwissers stuk. We vertrekken de volgende dag ook omdat het weer niet echt lekker is.

 

   

 

Het wordt snel drukker als we in de buurt komen van de hoofdstad. Regelmatig zien we grote kassen staan van buitenlandse tuinders. Bloemen, fruit en groente worden in grote aantallen hier geproduceerd, voornamelijk voor de export. Bij het kruispunt Mojo wordt het heel druk op de weg vanwege het vele vrachtverkeer dat vanuit de haven van het buurland Djibouti het land bevoorraad. We passeren de stad Debre Zeyit, waar in de jaren zeventig en tachtig de sovjetwapens lagen opgeslagen. Van de modernste tanks tot aan de supersonische Mig-straaljagers tot zover het oog reikt. Bresjnev heeft waarschijnlijk gedacht dat Ethiopie de springplank zou worden van de sovjetpolitiek van 'vreedzame coexistentie' in Afrika.  

 

In 1974 is de heerschappij van keizer Haile Selassie door een legercoup aan een einde gekomen. De communistisch georiënteerde kolonel Mengistu heeft nadien diverse oorlogen gevoerd met oorlogzuchtige buurlanden Somalië en Eritrea

 

Haile Selassie leefde als koning der koningen nog in een feodaal keizerrijk. Zijn hofhouding maakte hem veel wijs en hij liet dat gebeuren. Zijn geboortenaam Ras Tafari Makonnen is vanwege een bijzondere samenloop van omstandigheden een eigen leven gaan leiden. Met name in Jaimaica is in het begin van de twintigste eeuw de gedachte ontstaan dat de zwarte en onderdrukte medemens verlost ging worden door een zwarte koning, de reincarnatie van Jezus. De kroning van Haile Selassie in 1930 (en zijn fraaie stamboom) viel dan ook precies op de juiste plek. De religieuze beweging Rastafari was een feit. De rasta ziet Ethiopie als het beloofde land waar alle zwarten ooit terug zullen keren. Selassie moest overigens van deze extra aandacht helemaal niets hebben.  

 

In Addis Abada is het even zoeken naar de plek waar we willen zijn. We volgen de aanwijzingen van Tracks for Africa en komen na wat rondvragen aan bij Wim’s Holland House. Wim, een Nederlander, heeft samen met zijn Ethiopische vrouw een Nederlandse kroeg en restaurant en sinds een half jaar ook campingmogelijkheden. We worden hartelijk ontvangen. De overnachtingsplek is niet veel bijzonders maar wel OK. We ontmoeten Julie en Quinton uit Zuid-Afrika. Zij zijn met hun Unimog vanuit Europa op weg naar hun woonplaats. Ze hebben vanuit Frankrijk jarenlang op luxe jachten gewerkt, hij als mechanicus en zij als chefkok. Ook treffen we weer Martin, een motorrijder uit Zwitserland die al zes jaar onderweg is. Leuk weerzien.

 

We gaan gelijk maar over op datgene wat ons hier gebracht heeft: saté met pindasaus en zelfgemaakte bitterballen. Het smaakt prima en voelen ons al ras thuis ook al blijft het dagelijks regenen.

 

    

 

Als ik in de avond aan de bar hang, het lijkt wel gewoon een kroeg in Nederland met de bekende prullaria en Andre Hazes muziek, vertelt Wim wat van zijn omzwervingen. Hij blijkt in 1984 de organisator (met cowboyhoed) te zijn van “Help Polen de winter door’, maar later heeft hij ook een konvooi vrachtwagens begeleid naar Soedan. Is in Soedan blijven hangen en uiteindelijk hier terecht gekomen. Veel van zijn gasten zijn bloemenkwekers die in de omgeving hun nieuwe bedrijf hebben. Veel wordt geëxporteerd naar Nederland maar ook naar Dubai.

 

We maken een korte wandeling in de stad en op weg naar het postkantoor raken we aan de praat met een man. Hij is vriendelijk en helpt ons de vele postzegels plakken op onze ansichtkaarten. Daarna gids hij ons. We komen bij een groot monument van de Derg, het communistische comité. Typische sovjetarchitectuur. Links en rechts daarvan staan later geplaatste kleinere monumenten ter ere van de slachtoffers van het regime. In de meeste landen zouden dit soort monumenten zijn verdwenen, maar hier wordt het ter nagedachtenis gebruikt, waardoor het meer indruk maakt.

 

Wat direct opvalt, is de schrijnende armoede en de vele invaliden. Moeders met pasgeboren baby’s zitten op de stoep te bedelen, zwaar invalide mensen dito. Van alle landen die wij gepasseerd hebben op het continent wordt in Ethiopië wel heel slecht voor elkaar gezorgd. Veel mensen worden aan hun lot overgelaten. Kennelijk ook door de overal en dominant aanwezige orthodox christelijke kerk.

 

In het westen wordt nogal regelmatig, als een van de oorzaken voor de instabiele regeringen in Afrika, geopperd dat de landen gekoloniseerd zijn geweest. Het land dat naar onze indruk erg – zo niet het – beroerd(s) aan toe is, is namelijk nimmer gekoloniseerd. Deze veronderstelde oorzaak gaat sowieso niet op als je naar de situatie in Azië kijkt.

 

    

 

Het land krijgt sinds lange tijd enorme voedselleveranties van de VN, terwijl het juist een zeer vruchtbaar land is dat grotendeels op flinke (koele) hoogte ligt. Aan natuurlijke rijkdommen mankeert het niet maar wel aan het juiste overheidsmanagement. Het land ligt aan een infuus dat niet meer losgekoppeld kan worden zonder de bekende gevolgen.

 

We hoeven geen formaliteiten te regelen dus is het relaxen en de voorraden aanvullen. We kopen ook een groot model tafelventilator op 220 volt. Het zal heet worden in Soedan.

Na vier dagen nemen we afscheid van Wim en Rahel, maar ook van onze medereizigers. De stad uit gaat eenvoudiger dan erin en na een poosje rijden we naar beneden de kloof in waar onderaan de Blauwe Nijl meandert.

 

De splinternieuwe door Japan gesponsorde brug ligt naast de oude Italiaanse brug. Mussolini heeft pogingen gewaagd om het land te veroveren. Italië had reeds de landen Eritrea en Somalië als kolonie in haar bezit en daartussen zit Djibouti maar dat was in Franse handen. De manier om beide landen toch aan elkaar te koppelen was Ethiopië aan het rijtje toe te voegen.

 

Het gevecht was voor de Italianen niet al te ingewikkeld. Moderne tanks versus speren, pijl en boog. De timing, net voor de start van de 2e Wereldoorlog, was wel ongelukkig. Nadat Engeland Duitsland de oorlog had verklaard was het formeel ook in oorlog met Italië. De Britten, militair flink vertegenwoordigd in hun kolonie Soedan, konden samen met een leger Ethiopische soldaten met groot gemak de Italianen uit het land verdrijven. De Italianen hebben niettemin een blijvende relatie onderhouden met het land. Je kunt dat bijvoorbeeld zien aan de relatief vele Italianen die, nadat ze waren verslagen, zijn gebleven en hier een toekomst hebben opgebouwd. In Addis kun je ontelbare Italiaanse restaurantjes vinden en zie je overal in het land oude Fiat-vrachtwagens rondrijden.

 

    

 

 

Weer uit de kloof naar boven gereden komen we in het dorp Dejen aan waar we op het terrein van een hotel kunnen overnachten. De weg naar Bahir Dar is goed alleen, zoals op alle wegen hier, veel vee en mensen langs de weg. Het land lijkt in een aantal opzichten veel op India. Een hiervan is dat je overal mensen ziet. De bevolking telt nu ruim 90 miljoen mensen en dat wordt snel meer. Ook zijn de mensen veel brutaler dan wij in Afrika gewend zijn en lijken de gezichten van de mensen soms op die van Indiërs.

 

Op de marktjes in Afrika zie je regelmatig bergen met gebruikte westerse kleding en schoeisel liggen. Deze zijn onder meer afkomstig uit de kledingkasten van Nederlandse huisgezinnen. Het systeem werkt als volgt: de kleding wordt ingezameld en per ton verkocht aan sorteerbedrijven die het weer doorverkopen aan tussenhandelaren en die verkopen het aan marktkooplui in ontwikkelingslanden. De mensen betalen dus voor kleding. Aardig bedoeld maar de plaatselijke kledingindustrie is gelijk met de grond gelijk gemaakt en de allerarmsten, waar de gulle en onwetende gever het voor bedoeld heeft, kunnen het simpelweg niet betalen.

 

De slenkvallei, die in Ethiopië aan de oostelijke zijde van het land loopt, is ook bekend vanwege antropologische vondsten van de eerste mensen en aapmensen. Als een van de oudste mensen ter wereld wordt Lucy beschouwd. Ze is in 1974 gevonden en haar beenderen zijn behoorlijk oud, waarschijnlijk ruim drie miljoen jaar.

We hadden een verhaal gehoord dat sommige boeren hun oude paard midden op de weg duwen in de hoop dat het aangereden wordt met schadeloosstelling als gevolg. Broodje Aap verhaal dachten wij totdat wij een man in de verte zagen die twee oude ezels midden op de weg achterliet, de poten aan elkaar gebonden.

Ook het lokale verkeer is heel voorzichtig zodra dieren in de buurt komen, de verzekeraar vergoedt een dood of verwond dier niet zodat de chauffeur er zelf voor opdraait.

 

   

 

Als je hier in Ethiopië rondrijdt lijkt het alsof Tolkien hier inspiratie heeft opgedaan voor zijn beroemde trilogie. Niet alleen de omgeving van de hooglanden doet sterk aan de verhalen denken maar ook het feit dat alle Amhara mannen met een hardhouten stok, dat een Dula wordt genoemd, rondlopen. Deze werd in vroegere tijden als wapen gebruikt (Gandalf). De oude stad Lalibela werd vroeger Roha (het paardenvolk) genoemd en in de stad Gondor staat een ridderkasteel.

 

Er wordt veel landbouw bedreven maar op de traditionele wijze met os en ploeg. Het land ziet er vruchtbaar uit, zeker nu in het regenseizoen. We vragen ons af of de overheid stuwbekkens heeft aangelegd om het water op te vangen voor drogere perioden. We zien ze niet langs de weg. Heel veel mensen lopen in witte gewaden, de kleding om ter kerke te gaan.

Terloops kopen we 10 ananassen van jongens die hun waar langs de weg verkopen. Na even flink remmen voor wat vee vliegen ze door de camper.

 

 

    

 

Bahir Dar is een aardig plaatsje aan het Tana meer. We vinden een goede stek bij Ghion Hotel. Het (staats-)hotel ziet er ook weer vervallen uit maar het restaurant is ok. Met een tuk-tuk (uit India) gaan we op pad. We wandelen door het plaatsje op zoek naar een ATM en dat lukt. De markt is een grote modderpoel zodat we die overslaan. De volgende dag stappen we in een bootje om naar een van de eilandjes in het meer te varen om de kloosters te bekijken.

 

    

 

Ronde houten gebouwen met pilaren. Het zijn geen kloosters zoals wij die kennen in Europa en Azië. De monniken wonen er niet (meestal in het dorp dat er naast ligt). De priester vertelt ons in matig Engels iets over de tekeningen aan de wanden en plafond. De tekeningen vertellen een soort stripverhaal en het gaat er soms erg bloedig aan toe. In het midden van het gebouw is een kamer met relikwieën. En zo komen we met de boot nog bij een tweetal andere kloosters. Op het meer zien we smalle bootjes gemaakt van papyrus. Die moeten bij de oude Egyptenaren duizenden jaren geleden ook zo hebben uitgezien.

   

Het Tana meer is ook bekend als oorsprong van de Blauwe Nijl. We varen naar de uitmonding waar de rivier begint. Waarom het de Blauwe Nijl genoemd wordt snappen we niet want het water is echt bruin van kleur. De Blauwe Nijl stroomt met een grote boog naar Khartoem in Soedan waar het samenvloeit met de Witte Nijl (start in het noorden van het Victoria meer in Oeganda) en dan gebroederlijk verdergaat als De Nijl richting de Middellandse Zee.

 

     

 

  

We rijden deels langs het meer naar het noorden naar de plaats Gonder. We kunnen net door de poort op het kleine binnenplaatje van Belegez pension inrijden. De eigenaar is vriendelijk en behulpzaam. Alleen geen stromend water en elektriciteit, maar dat geldt voor de hele stad met bijna 200 duizend inwoners. Wij beschikken in onze camper waarschijnlijk als enige over warm stromend water en elektriciteit. Onbegrijpelijk is het dat de stad een notoir probleem heeft met water want het ligt nog geen 20 kilometer van het Tana meer af. Een bierfabriek, dat tussen de stad en het meer ligt, kan kennelijk wel aan het water komen.

    

De stad is een belangrijk geweest in de geschiedenis van het land. In vroegere tijden heeft het ook als hoofdstad gediend. De stad herbergt ook een kasteel dat zo in Engeland had kunnen staan. De architectuur is a-Afrika. Het klopt gewoon niet. Het blijkt dat een architect uit India in de 17e eeuw dit in opdracht van de toenmalige keizer gebouwd heeft.

 

Het kasteel bestaat eigenlijk uit meerdere kastelen met grote tuinen binnen de muren met kantelen. Tom en Fleur leven zich uit. Er zijn zelfs leeuwenkooien en is er een hamman aanwezig.

 

   

 

Op advies gaan we eten in het restaurant Habesha Kitfo. Nadat wij meer dan een half uur gewacht hebben komt na aandringen het eten. Het stelt niets voor terwijl we net bij andere - Ethiopische - gasten goed gevulde borden voorbij hebben zien komen. De eigenaresse komt erbij maar daar worden wij niet wijzer van. We stappen op en betalen alleen voor de drankjes. Even verderop proberen wij het weer en dat gaat goed.

 

     

 

Met een tuk-tuk gaan we naar het Debre Berhan Selassie kerk. In een mooie omgeving staat een bijzondere ovale houten kerk met veel schilderingen aan de wanden en plafonds. Marga en Fleur gaan naar binnen om de dienst mee te maken.

De laatste 130 kilometer rijden we over een goede weg naar de grens met Soedan. Langzaam maar gestaagd beginnen we aan de afdaling en het wordt snel warmer. We hebben nu twee weken op een minimale hoogte van 2000 meter vertoefd, de groene en prachtige hooglanden.

 

   

 

Bij de grens aangekomen komen de wisselmannetjes weer op je af als vliegen op stroop. Ze geven na wat onderhandelen een goede koers voor de overgebleven birr en kunnen direct zaken doen. De man van de douane is even aan het lunchen, na een uur is het carnet gestempeld en kunnen we Soedan in.