Welkom op onze site > Reisverhalen > Marokko

Marokko

 

Begin augustus - begin september 2008

 

Fleur en Tom vinden het allemaal heel spannend maar genieten volop. Na drie kwartier komen we aan in Ceuta. Dit is een van de twee Spaanse enclaves in Marokko, zodat we officieel wel in Afrika zijn maar ook nog steeds officieel in Spanje en dus officieel ook in de EU. Dat is grappig. Na te hebben getankt gaan we in de rij staan voor de douane. De Spaanse douane valt nauwelijks op en dan komen we in de chaos terecht van auto´s die voordringen. Het is heel druk en bloedheet. Er staan 8 rijen auto´s volgepakt met van alles en nog wat. Het klassieke beeld van de Ford Transit met koelkasten op het dak wordt hier nog steeds bevestigd. Snel komt er een ´tussenpersoon´ naar ons toe voor grensbemiddeling. Een stereotiep met zonnebril en brede glimlach. We hadden er al over gelezen. De leden van dit gilde komen je helpen met de formaliteiten, zoals paspoort stempelen en auto inklaren. De prijs voor deze diensten wordt ter plekke verzonnen.

 

We nemen graag de witte entreekaartjes en het groene formulier voor de auto in ontvangst en bedanken hem hartelijk. Deze formulieren krijg je anders verderop gratis van de douaniers. 'Die zien we straks wel terug als we aan de beurt zijn', zeggen we tegen elkaar. Het wachten duurt lang, elke keer weer twee meter rijden en dan weer stoppen. De Marokkanen zelf die en masse vanuit West-Europa op vakantie gaan wordt het wachten soms teveel en beginnen dan collectief op de claxon te drukken en dan snelt als een soort Pavlov-reactie de politie door de rijen en dan is het ineens weer stil. De toeteraars zijn zelf mede schuldig aan het lange wachten. Het gaat alsvolgt: veel Marokkanen laten de auto in de rij staan en lopen naar de douaneloketten en regelen daar direct de formaliteiten. De douaniers werken daar op een of andere reden vrolijk aan mee. Dan eenmaal terug in het autootje kunnen ze niet weg want ze staan in de rij waar ze niet uit kunnen.

Fleur en Tom vermaken zich prima achterin met een DVD van de avonturen van Pipi. De woonunit blijft redelijk koel en zo is het goed voor hun uit te houden. Marga loopt steeds heen en weer met mixie (limonade) en chips.
Na drie uur wachten zijn we aan de beurt en 10 minuten later zijn alle formaliteiten afgehandeld en kunnen we Marokko in. De 'tussenpersoon' hebben we niet meer gesignaleerd, die had waarschijnlijk iets beters aan de haak. Terwijl Marga wat geld wisselt bij de bank wordt aan mij door een smoezelig type al een voorstel gedaan voor aankoop van een fijn partijtje hasjiesj. De berbers in het Rifgebergte telen - met instemming van de koning - op grote schaal het spul.

 

We nemen de route richting Tetouan en dan naar de koelte van de kust van de Atlantische Oceaan.

Na het lange wachten bij de grens is het weer fijn om te rijden. Het landschap is prachtig ruige bergen, mensen met mooie hoeden langs de weg die cactusvruchten verkopen ze zwaaien en roepen of we willen kopen.  De campings aan de kust zijn regelmatig opgeheven. Ze zijn onteigend door de overheid omdat er grote plannen zijn voor de bouw van toeristenhotels en appartementen. De Marokkaanse overheid verwacht hiermee enorme aantallen toeristen te trekken. We vragen ons af welke doelgroepen zij voor ogen hebben. We komen, zoekende naar een staanplaats, terecht in de plaats Ashila achter een hotel. De staanplaats stelt niet veel voor maar voor een nacht is het goed. Fleur en Tom gaan het zwembad in en 's avonds is er feest in een tent naast onze staanplaats.
Tijdens het rijden zien we veel, heel veel auto's met een Nederlands kenteken.

In Moulay Bousselham vinden we een goede stek om een paar dagen te staan.

Tom heeft een paar slokken van het afwasmiddel gedronken en even later staat hij zeepsopbellen over te geven.

 

We kopen vis direct van een visser, doen boodschappen en verbazen ons over alle smerigheid in dit natuurpark. Overal waar je kijkt ligt afval. We verlaten het restaurant voordat we maar iets bestellen. De toiletten en de kok nodigen niet uit voor een diner. De kok zit op het terras te pulken aan haar zweren en het toilet lijkt wel ondersteboven gebruikt te worden.

Op de camping ontmoeten we veel andere vakantiegangers, waaronder een groep met vijf terreinwagens uit Nederland die een rondrit door Marokko aan het maken zijn. De kinderen vermaken zich goed met de kinderen van het gezelschap.

 We krijgen wat tips over routes en zien kameleons en uilen.

De weg naar Fes is prima. Het landschap in het binnenland begint meer heuvelachtig te worden. Net buiten Fes settelen we ons op een groot complex met camping en zwembaden. Heerlijk plekje alleen het animatieprogramma voor de plaatselijke jeugd let niet op een paar decibel meer op minder. De temperatuur ligt op de dag rond de 40 graden.
Met een oude lijnbus naar de nieuwe stad en daarvandaan een taxi. De lokale bus is altijd een attractie opzichzelf. Fleur kan bij een oude dame op schoot zitten. Op naar de oude stad, de Medina. In tegenstelling tot de berichten worden we niet veel lastiggevallen door zogenaamde gidsen. De Medina is heel groot, veel kleine steegjes en winkeltjes. We nemen een privé rondleiding in de eeuwenoude leerlooierijen. De tijd heeft hier werkelijk stilgestaan. We zien stapels van koeien -en schapenhuiden. Verderop zien we de rest van het proces. Mannen staan in de drek de huiden schoon te spoelen en te behandelen met een vies goedje. Op het dak worden ze van een saffrane kleur voorzien en in de zon te drogen gelegd. Fleur verstapt zich en struikelt over een huid bijna naar beneden de spoelbakken in.

 

   

 

Het openbare zwembad is druk bezocht met families en jongeren. Een vrouw in chador zit zij aan zij gezellig te keuvelen met een vrouw in bikini. Dit geeft misschien wel mooi weer hoe de maatschappij in elkaar zit. De cultuurverschillen van de bevolking zijn groot. Het lijkt wel of Marokko in een spagaat verkeert. Het ene deel wil behoud van de traditionele waarden en het andere wil modernisering. De jonge Europese Marokkanen doen in dit proces ook een stevige duit in het zakje. Zij komen met dure auto's en hippe kleren vakantie vieren en drinken bier. Ongetwijfeld heeft hun andere levenstijl invloed op hun in Marokko wonende neefjes en nichtjes. De handelingen van de koning Mohammed VI, ook wel als M6 aangeduid, zijn niet helemaal duidelijk. Hij lijkt te willen hervormen maar is nog een van de laatsten vorsten in de wereld die absoluut heerst. Deze (erfelijke) positie lijkt hij niet te willen inruilen voor een parlementaire democratie.

 

Bij het vertrek van de camping ontmoeten we Jona en Marleen uit Groningen met hun 4x4 VW-bus. Het klikt gelijk en we besluiten nog een dagje te blijven. Ze hebben een half jaar vrijaf en gaan richting Ghana. Fleur vindt het ook weer heerlijk om met andere mensen Nederlands te praten. De volgende dag gaan we er vandoor en spreken af op de Zebracamping in Ouzoud. De route door de Midden en Hoge Atlas is prachtig.
In de plaats Ifrane wordt je op het verkeerde been gezet. Het lijkt wel een dorpje in Zwitserland. De huizen hebben de typische stijl die je ook in de Alpen aantreft en skiën schijnt hier in de winter ook mogelijk te zijn. 
In de morgen ga ik traditiegetrouw met Fleur en Tom op zoek naar brood. Al wandelend door een dorpje zien we een geit geslacht worden. De kinderen reageren er heel relax op.
De volgende dag stoppen we onder de bomen en al snel zitten een groep Berberapen op het dak. Ze rukken het tape van een kabel eraf, proeven het en smijten het weg. Nadat we de auto boomloos hebben geparkeerd, lopen we naar de apen. Ze blijven grappig. Fleur en Tom vinden ze geweldig.

 

Onderweg zien we regelmatig jongens en mannen die aan de kant van de weg flessen te koop aanbieden. Na verloop van tijd kunnen we onze nieuwsgierigheid niet meer bedwingen en stoppen. Het blijkt honing te zijn. Ik koop een fles voor 100 Dirham (€ 10,-) met het idee dat ik toch wordt genept.

De Hoge Atlas is zo goed als onbegroeid en direct ten zuiden hiervan begint de droogte en het voorportaal van de Sahara. In de valleien van deze kale gebergten verschijnt af en toe een prachtige oase dat als een groene en sappige gletsjer door de valleien kruipt. In een van deze oasis overnachten we en trakteren onszelf op een tagnine. Dit gerecht is overal in Marokko te krijgen. In een soort piramide-achtig mini-oventje van klei worden groenten, vlees of vis en speciale kruiden tegelijkertijd gegaard. Het oventje komt op tafel en smikkelen maar.

 

Na een lange rit komen we aan in Merzouga dat beroemd is vanwege de zandduinen van Erg Chebbi. Hier ligt ter grootte van een paar vierkante kilometer zandduinen geïsoleerd in de steenwoestijn van Marokko nabij de grens met Algerije. We hadden het toch al niet zo koud de afgelopen weken maar hier is het echt heet. Het lijkt wel of we in een oven beland zijn. Temperaturen boven de 50 graden overdag´s  en in de nacht koelt het niet verder af dan 40 graden. Niet het beste seizoen om hier te zijn. De zandduinen zijn prachtig om te zien en Fleur en Tom vermaken zich aan het einde van de dag niettemin prima in deze grote zandbak.

 

                            

We genieten van de zonsondergang die echt prachtig is.
Van slapen komt niet veel. De kinderen zijn drijfnat en Marga houdt ze koel met natte washandjes. De sterke fohnwind blaast de hele camper onder het fijne woestijnstof, ook omdat alle ramen wijd open moeten staan. We drinken de hele dag door.
De flessen drinkwater zijn niet aan te slepen. We gebruiken nu ruim 20 liter drinkwater per dag naast alle softdrinks, koffie en thee en plassen hoeft haast niet meer. Toch ook wel weer praktisch. De volgende dag vertrekken we vroeg naar de relatieve koelte van de bergen.
We komen door prachtige dorpjes waar het lijkt of de tijd heeft stilgestaan. Kleine winkeltjes, ezelkarretjes en gesluierde vrouwen met prachtig geborduurde sjaals. Onze vooruit is een groot bioscoopscherm,

In Tinerhir slaan we ons kamp op, op een van de mooie campings in deze oase en raken bij het zwembad aan de praat met Maike en Emilie, die een rondreis maken door Marokko. Als we s'avonds met ze allen naar een restaurant lopen zien we feestende vrouwen op straat. Het blijkt een soort vrijgezellenfeest te zijn voor de bruid. Het is mooi om hier te lopen door de donkere avond en de zingende mensen begeleid met trommels. Ze zingen een monotoon lied.
De mensen zijn vriendelijk en goedlachs. Eigenlijk opvallend zelfs omdat tot dusverre de Marokkanen in het algemeen bij ons nogal onverschillig overkomen.
Het is een fijn plekje zodat we besluiten nog een dagje te blijven. s'Morgens ga ik met de kinderen op pad voor het ontbijt. Een vrouw wil graag Fleurtjes pop even vasthouden maar dat mag niet van Fleur. Als wij aan het ontbijt vragen waarom niet zegt Fleur: 'ze had hele vieze handen!' Haar handen waren namelijk beschilderd met henna.

 

Op de wegenkaart staat een mooie tussendoorroute aangegeven van Boumaine naar Demnate maar dat blijkt een pittige tocht te zijn. Als je op een kaart veel kronkels ziet van de weg dan weet je dat het veel bochtenwerk wordt, maar deze weg is redelijk recht getekend en dat dwars door de Hoge Atlas. Na zes uur sturen, honderden haarspeldbochten en angstige momenten verder komen we over 100 kilometer aan bij een natuurlijke brug en overnachten bij een restaurant.
Bij het restaurant krijgen we een warm welkom. We kunnen slapen op de parkeerplaats, eten mag maar hoeft niet. Dat maakt het reizen zo bijzonder. Na een barre rit een heerlijke tuin, waar de kinderen kunnen rennen en spelen met anderen kinderen en om half tien s'avonds zitten we heerlijk te genieten van gegrilde lamskoteletjes. Dat hadden we een paar uur daarvoor niet kunnen bedenken. 
 

De volgende dag komen we aan bij de Zebracamping van Renate en Paul, een Nederlands stel dat een camping in Ouzoud aan het bouwen is. Er is nog niet veel van een camping te zien, het is een redelijk kaal en rotsachtige strook land langs de doorgaande weg met een berbertent erop. Even later komen ook Jona en Marleen aangereden. De volgende dagen vermaken we met elkaar en wandelen bij de watervallen van Ouzoud. Een populaire vakantiebestemming onder de Marokkanen. De omgeving bij de watervallen ligt bezaaid met vuilnis en geitenbotten.

 

                                                           

 

Voordat we hiernaar toe reden hadden we een lijst aangelegd voor allerhande klusjes aan de camper, maar vanwege de hitte komt daar niets van terecht.

 

De prijs van de onderweg gekochte honing blijkt een vriendenprijs geweest te zijn. Zo zie je maar weer…

Marga ziet terloops dat Tom iets in zijn mond stopt. Het blijkt een noot te zijn van een van de pas geplantte boompjes. Paul meldt terloops dat ze giftig zijn. Eigenaardig om giftige bomen op een camping te planten. Met Renate zoeken we op internet en vinden we dat vijf van deze nootjes dodelijk kunnen zijn. Overgeven lukt niet en geven Tom norit. In de nacht blijft hij tussen ons in liggen zodat wij hem in de gaten kunnen houden. Gelukkig heeft hij niets ervan over gehouden.

 

Tijdens internetten houdt de laptop het ineens voor gezien. Waarschijnlijk door de spontane stroomuitval. Het is gecrasht. Jona vraagt aan een vriend in Nederland een set reparatie dvd´s naar de beroemde Zebrabar in Senegal toe te sturen. Hopelijk kunnen we er nog iets mee. Een adres waar iedereen langs gaat als hij met eigen vervoer naar Senegal gaat en wij dus ook. Vervelend is het wel want alle foto´s tot dusverre en alle e-mails en e-mailadressen staan alleen op de laptop.


We horen dat er net een militaire coup heeft plaatsgevonden in Mauritanië. Hopelijk heeft dat geen gevolgen voor onze doorreis door het land. Na een brute moord op een Franse familie een half jaar geleden in het land en mede als gevolg hiervan de annulering van de Paris-Dakar rally, zijn we toch al niet zo gerustgesteld.

 

In Marakech worden we door de politie aangehouden, te hard gereden is het verhaal. We rijden sowieso niet snel maar in de stad zou het kunnen. De agent wil 400 Dirhams en wijst naar de lasergun langs de weg. Maar dan willen wij bewijs. Krijgen we niet en dan ook niet betalen. Jammer dat de kaart al anderhalfjaar niet uit de tachograaf is geweest want dan hadden we de snelheid zelf kunnen checken. Uiteindelijk komen we eraf met 50 Dirhams, maar dan zonder bonnetje. We besluiten dat dit de eerste en laatste keer zal zijn dat wij corrupte agenten betalen. 

We rijden door naar de camping en staan weer naast Jona en Marleen en gaan de volgende dag de stad in. Na een paar uur zijn we het eigenlijk zat. Niet alleen vanwege de hitte maar ook omdat we de sfeer van de stad niet te pakken krijgen, gaan we met een taxi terug naar de camping. Eind van de middag komen Jona en Marleen nog even gedag zeggen, ze zullen sneller reizen naar het zuiden dan wij. Ik wissel de voorwielen met de reservewielen. De banden slijten sneller dan verwacht.

 

De kustplaats Essouria is erg aangenaam. Deze voormalige Portugese havenplaats straalt nog steeds een mediterrane sfeer uit. Met mooie gebouwen en een fort. De vissershaven is in vol bedrijf en gezellig druk.

                              

Aan de kust hangt bijna elke morgen een mist dat vanuit zee komt. De lucht boven de koude golfstroom van de Atlantische Oceaan komt bij de kust in contact met de warmte van het land. Eind van de morgen is de mist veelal verdwenen. De temperatuur is hierdoor wel een stuk aangenamer en het waait soms stevig. Het scheelt ca. 10 graden met het binnenland en zo´n 20 graden met Merzouga. In Agadir slaan we groot in bij een supermarkt genaamd Marjanne. Alles te koop, zelfs Mc. Donalds slaan we niet over.

En dan begint de woestijn al in zicht te komen. Vanaf Agadir tot de grens met Senegal is het ongeveer 2200 kilometer. De meeste kilometers dwars door de Sahara, weliswaar langs de Afrikaanse westkust.

De DVD-speler begint kuren te vertonen. Er is nog maar een half scherm te zien. Van Pipi zien we alleen nog haar rechterstaart.

Net voor Tan Tan rijden we over een stuk piste naar een Kasbah. Deze Kasbah ligt schitterend afgelegen met zicht op een oude vervallen Spaanse gevangenis uit de tijd dat het hier nog de Spaanse Sahara genoemd werd. We kunnen kamperen en gebruik maken van het zwembad. We zijn de enige gasten naast een drietal gasten uit Finland en een uit Zuid-Afrika, genaamd Joop. Zij werken voor een Fins bedrijf dat een energiecentrale bij Tan Tan aan het bouwen is. In de nacht ontsteekt vanuit het niets een ware woestijnstorm. Gelukkig staan we met Pipeloi pal met de neus in de wind, maar toch lijkt het wel of we op een woeste zee zitten. De auto schommelt stevig en de wind giert erlangs. De kinderen merken er niets van. Alsof er een knop wordt omgedraaid is het na een paar uur stormen plotsklaps windstil. Merkwaardige taferelen zo in de woestijn.

Tussen Tan Tan en Tarfaya stoppen we voor een pauze bij een riviermond. Een paar Fransen staan hier lange tijd met hun campers. We zien ook een gele Mercedesbus 508 met Nederlands kenteken. Wies (19) en Daan (24) uit Noord Holland zijn onderweg naar Senegal om daar bij een project te gaan werken. Het is gezellig en we blijven de nacht daar staan. De volgende dag rijden we samen op en besluiten gezamenlijk op te trekken door Mauritanië. Bij het plaatsje Dawra vinden we volledig geïsoleerd in een zoutwoestijnlandschap de camping van een Belgisch stel Luc en Martien. Het is ons een raadsel hoe deze mensen daar zo geïsoleerd kunnen leven met af en toe wat passanten. In de wintermaanden zal het wel drukker zijn want dan komen veel gepensioneerden met campers de woestijnzon opzoeken. In Laayoune laten we een lek in de uitlaat repareren en de ramadan begint. We missen de afslag om te overnachten aan het strand en besluiten door te rijden. De schermer valt en we vinden een plaatsje bij een tankstation. Het restaurant heeft niet veel meer te bieden dus maken we met z’n allen noedels en een salade.

Vanaf nu wordt de diesel nog meer aangenaam geprijsd. Ongeveer de helft van de normale prijs in Marokko (€ 0,75/liter). Deze fiscale maatregel en anderen zijn genomen om Marokkanen te stimuleren in de Westelijke Sahara te gaan vestigen.

Bij Dakhla kamperen we bij een kite-surfschool. Het is daar gezellig en Fleur en Tom krijgen een vis (model tonijn) van anderhalve meter lengte te zien. Gevangen met een hengel! We worden verwend met eten dat overblijft van het restaurant en voor de eerste keer in Marokko eten we (s´morgensvroeg) couscous.

We gaan in Dakhla boodschappen doen, veel winkeltjes zijn dicht vanwege de Ramadan maar we vinden de soek waar volop bedrijvigheid is.  Kopen fruit, groenten en aan een man die ons in het Engels aanspreekt vragen we of hij wil helpen bij het uitzoeken van een stukje vlees. Geen idee wat je moet aanwijzen bij de halve koeien die vaak aan de stalletjes hangen. Ook kopen we een volle gasfles. Erg handig, de aansluitingen zijn dezelfde als in Europa en deze flessen zijn in heel West Afrika om te ruilen.

Het waait enorm. De wind slaat met flinke kracht hoorbaar en voelbaar onder de auto.

Even voorbij Dakhla herinnert een klein bordje langs de weg ons aan het feit dat we de kreeftskeerkring passeren. Maar we zien ook bordjes die waarschuwen voor schorpioenen en landmijnen. Hoe zuidelijker we komen, hoe vriendelijker de bevolking wordt.

Tijdens de eindeloze woestijn zien we ineens een tweetal mannen langs de kant van de weg staan te zwaaien met een lege fles water. In mijn ooghoek zie ik nog rugzakken liggen. We nemen zelden lifters meer maar na vier kilometer begint het te toch te knagen. Iets klopt er niet. Twee mannen midden in de woestijn, met rugzakken? Regelmatig zie je mensen langs de kant van de weg te wachten op een lift, meestal van vrachtwagenchauffeurs. Maar die staan op een splitsing of bij een tankstation. We rijden terug en ontmoeten twee broers uit Hongarije, Istvan en Ferenc (www.worldwalk.blogol.hu). Zij zijn bezig met de wandeling van zes jaar over de wereld. 13 maanden zijn ze al onderweg. We vragen of ze meewillen rijden maar nee, ze willen alles lopen. Alleen willen ze drinkwater. We kletsen wat en gaan weer verder. Ze hebben nog heel wat (woestijn-)kilometers te gaan.

           

De politiecontroles langs de weg zijn talrijk, maar gaan snel omdat we kopieën van onze paspoorten hebben gemaakt en de gevraagde gegevens hebben aangevuld.

We kamperen voor de laatste keer in Marokko bij een tankstation, 80 kilometer voor de grens met Mauritanië. Hier geheel afgelegen van de bewoonde wereld trekt men niet veel aan van de Ramadan. Een Fransman met Senegalese vrouw en baby geeft ons nog wat tips en ze rijden in het donker alvast de laatste kilometers naar de grens. Wij vertrekken om 8 uur in de morgen met volle tanken.

 

Aangekomen bij de grens zien we de Fransman met familie nog staan. Het is redelijk druk. Eerst paspoorten uitstempelen en dan naar de douane voor de uitvoerverklaring van de auto. Nog een check in de camper, stukje rijden en dan nog een check van de papieren, stukje rijden en dan nog een bezoekje aan het leger, een tafel onder een boom. De gegevens worden weer in de zoveelste dikke boeken geschreven. Een man uit Mauritanië biedt ons aan voor ons te gaan rijden door de 3 kilometer niemandsland.

 

Hij kent de weg op dit stuk piste. Dat is fijn want er liggen weerszijden van de kronkelweggetjes nog landmijnen uit de tijd dat Marokko in gevecht was met Polisario, de verzetsbeweging van de oorspronkelijke bewoners van de Westelijke Sahara. De gevechten zijn voorlopig voorbij maar de zandstormen hebben de landmijnen verstopt of verplaatst. Niemand weet meer wat waar ligt. Her en der liggen de autowrakken verspreid. We rijden (schommelen) stapvoets over de stenen en het zand en komen de Fransman tegemoet. Hij rijdt weer terug en schreeuwt dat hij een stervende man achterin heeft liggen en wil hem naar de Marokkaanse grenswacht brengen. We snappen er niets van tot we even later een man op de grond zien zitten. Dan ineens begrijpen we het. Het zijn de zogenaamde illegalen die Europa proberen te bereiken. De man is ten einde raad. We geven hem een fles drinkwater en rijden weer langzaam verder. Even later zien we meer jongens lopen.

Ze zitten hier vast in dit stuk niemandsland, waar geen centimeter schaduw te vinden is en waar het gevaar van landmijnen overal op de loer ligt. Ze komen kennelijk Marokko niet in en kunnen ook niet meer naar Mauritanië terug.

Tom en Fleur hebben deze tocht gelukkig gemist. Ze lagen ondanks al het gehobbel in dromenland.